Ik was behoorlijk opgetogen toen ik deze week hoorde dat IS er een actief kunstbeleid op nahoudt. Hoe meer kunst, hoe beter! Helaas kwam ik er al snel achter dat het kunstbeleid in het Kalifaat weliswaar actief is, maar ook destructief. Machteloos moest de wereld toezien hoe IS-strijders (Isisten?) met een verbeten gezicht eeuwenoude Assyrische beelden vernietigden in musea. En daar bleef het niet bij. Een paar dagen later werd bekend dat IS de Parthische stad Hatra met de grond gelijk aan het maken is met behulp van bulldozers. Ambitie kan ze niet ontzegd worden!
Natuurlijk, het vermoorden van een mens is altijd erger dan het vernietigen van een beeld of monument, maar het doet toch bijzonder veel pijn om te zien dat eeuwenoude kunstwerken tot gruzelementen geslagen worden door hersenloze idioten met sloophamers. Misschien heeft het er mee te maken dat kunst zich niet kan verzetten of verdedigen. Een mens kan nog wegrennen of terugschieten. Een beeld is volkomen weerloos.
Tegelijkertijd is het ook wel weer passend dat juist de IS-strijders de laatste resten van het Assyrische rijk van de aardbodem vegen. Want net als de Isisten stonden de Assyriërs bekend als bijzonder wreed en bloeddorstig. Of zoals de historicus Richard Miles het omschrijft in zijn boek Ancient Worlds:
“The Near East at that time was a place where violent conflict and the horrors of war were commonplace but even by these blood-drenched standards the Assyrians stood out.”
Volgens Miles waren de Assyriërs buitengewoon trots op hun barbaarsheid. Koning Sargon II versierde bijvoorbeeld zijn paleismuren met een reliëf waarop te zien is hoe een ongehoorzame onderkoning gevild wordt. Het doel van dit soort kunst was om potentiële tegenstanders te ontmoedigen: we zijn onvoorstelbaar wreed, dus waag het niet om ons te weerstaan. De Assyriërs hadden zelfs een woord voor deze vorm van psychologische oorlogsvoering: melammu. (Ondanks melammu waren er bij tijd en wijle toch onderworpen gebieden die in opstand kwamen: de bekendste voorbeelden zijn de koninkrijken van Israël en Juda. De Assyriërs maakten korte metten met de opstandelingen en het gevolg was – naast de duizenden doden en vernietigde steden – dat een groot deel van het Joodse volk naar Assyrië werd gedeporteerd.) Bijna drieduizend jaar later past IS precies dezelfde tactiek toe: via het internet verspreiden ze video’s met beelden van massa-executies van gevangen soldaten. Onder andere dankzij die video’s sloegen veel Iraakse troepen meteen op de vlucht toen ze de soldaten van IS aan de horizon zagen verschijnen.
Het Assyrische rijk besloeg op haar hoogtepunt een gebied dat zich uitstrekte van Turkije en Iran tot Egypte en hield stand van 911 tot 627 voor Christus. Ik vermoed dat IS een minder lange adem heeft. De Assyriërs waren meedogenloos, maar ook tactisch slim. Dat kun je van IS niet zeggen: ze draven – verblind door godsdienstwaanzin – zo door met hun eigen variant van melammu dat het contraproductief wordt. De filmpjes waarin te zien is hoe “Jihadi John” een eind maakt aan het leven van Amerikaanse en Britse hulpverleners en journalisten hebben er bijvoorbeeld voor gezorgd dat het oorlogsmoeë Westen toch het Kalifaat is gaan bombarderen. Ik vraag me af of daar veel enthousiasme voor was geweest als die video’s niet verschenen waren. Achteraf gezien dus geen verstandige actie van IS.
Nog een belangrijk verschil tussen IS en de Assyriërs is dat de laatstgenoemden prachtige paleizen, beeldhouwwerken en literatuur nalieten. Wat wordt de erfenis van IS als ze verslagen zijn en hun nihilistische vernietigingsdrang gestopt is? Niets dan lijken en scherven, vrees ik.