De krant bericht dat ouders hun kinderen binnenkort weer kunnen inschrijven bij de openbare lagere scholen van de derde en vierde klasse:
…dat de eerstvolgende inschrijving van leerlingen voor de openbare lagere scholen der 3e en der 4e klasse zal plaats hebben op Maandag 3, Woensdag 5 en Vrijdag 7 Februari e.k. van 12 tot 1 uur aan de gebouwen der scholen, en tevens, dat geen kinderen beneden den vijfjarigen leeftijd worden ingeschreven.
Bij de inschrijving moet worden overgelegd eene geboorte-akte of ander geboortebewijs van den candidaat.
In 1896 waren er vier soorten scholen: (gratis) scholen van de eerste klasse waren voor de armen, scholen van de tweede klasse waren voor de onderlaag van de middenklasse en scholen van de derde en vierde klasse waren voor de welgestelden. Hoe hoger de klasse, hoe beter het onderwijs, hoe groter de gebouwen en hoe hoger het schoolgeld. Scholen van de derde en vierde klasse hadden bovendien mooie namen terwijl scholen van de eerste en tweede klasse respectievelijk met nummers en letters aangeduid werden. Op een school van de eerste klasse kregen kinderen dus zeker geen eersteklas onderwijs.
In een ander bericht wordt gemeld dat ouders hun kinderen ook kunnen inschrijven bij lagere scholen van de tweede klasse. In tegenstelling tot het andere bericht (waar uiteraard niet gesproken wordt over zoiets vulgairs als geld), wordt hier duidelijk uitgelegd hoeveel het allemaal gaat kosten. Een ander verschil is dat Frans, de taal van de elite, niet in het curriculum zit en dat de ouders eerst naar een gemeenteambtenaar (de buurtsecretaris) moeten die een school voor ze uitkiest. Niks vrije schoolkeuze!
Ouders, die hun kinderen wenschen geplaatst te zien op de openbare scholen der 2e klasse, dat zijn scholen, waar per week voor 1 kind een schoolgeld van ƒ 0.20, voor 2 kinderen ƒ 0.15 en voor 3 of meer kinderen ƒ 0.12½ ieder geheven en geen Fransch onderwezen wordt, gaan:
1e. naar den buurtsecretaris, bij wien zij ingeschreven zijn, met het geboortebewijs van het in te schrijven kind en geven hun verlangen te kennen om hun kind te laten inschrijven.
2°. met het biljet, dat de buurtsecretaris hun geeft, naar de school, welke deze hun aanwijst,
Overigens was het ook toegestaan om je kinderen niet naar school te sturen: de leerplicht werd pas in 1901 ingesteld.