In 1839 werd de eerste spoorlijn van Nederland in gebruik genomen (het traject Amsterdam-Haarlem). In de twee decennia die volgden, werden er echter relatief weinig nieuwe spoorlijnen aangelegd. De regering had daar namelijk geen geld voor over. Ondertussen hoopten ze dat private partijen dit klusje zouden opknappen. Die waren daar jammer genoeg niet voor te porren. Nederland begon daardoor hopeloos achter te lopen op het gebied van spoorwegen. Terwijl in Engeland en België de bielzen niet aan te slepen waren, bleef Nederland een land van modderige weggetjes en trekschuiten. In 1860 besloot de regering daarom om zelf een spoornetwerk aan te leggen. Daarna konden private partijen de verschillende spoorlijnen exploiteren. Dankzij dit besluit lag er in 1896 een uitgebreid spoornetwerk dat alle grote steden met elkaar verbond.
Toch waren er nog steeds plaatsen in Nederland waar deze technologische ontwikkelingen niet helemaal doorgedrongen waren. In het Nieuws van den Dag verscheen een ingezonden brief – geschreven in onbeholpen Nederlands – waarin iemand zich vrolijk maakt over de mogelijke reacties van Mijdrechtenaren als ze ooit een spoor zouden zien. Blijkbaar waren ze in Mijdrecht weinig gewend op het gebied van mechanische voortdrijving. Het Handelsblad heeft de brief in zijn geheel overgenomen en voorzien van ietwat hautain commentaar:
De groote vraag is tegenwoordig: wat zal men te Mijdrecht zeggen wanneer men daar eens een spoor ziet? Waarom? De reden ligt opgesloten in het volgende briefje, dat aan het eind van deze eeuw niet zonder karakteristieke waarde is en aan het [Nieuws van den Dag] door een verlichten geest uit genoemd plaatsje toegezonden werd:
Mijn Heer de Redacteur
vergun mijn een klein plaas ruimt in u veel gelees blad toe valg was ik 23 yanuarie 1896 te mijderegt plotsins was er een vreeslijk op loop van menschen wat was er te doen daar kwam de beurt schipper aan met stoom vermoogen dikwijls hoorde ik zeggen og og hoe douwe ze dat tot voor uit dat is het eerste vaarttuig met stoom ver moog wat daar verschijnt wat zal er nu wel gezegt woorden als die lui te mijderegt eens een spoor zien.