Terug naar… 6 februari 1896

De heer Sassen heeft in de Eerste Kamer de noodklok geluid over de Nederlandse staatschuld. Die is namelijk veel te hoog. Volgens Sassen behoort Nederland samen met Portugal tot de landen die de hoogste staatsschuld hebben. “Het steinreiche Holland van vroeger behoort tot de legenden”, jammert hij.

Een uur later kwam de Minister van Financiën (Jacobus Petrus Sprenger van Eyk) al met een reactie. De Minister betoogde dat je ook moet kijken naar wat een land met dat geleende geld doet. Nederland heeft het geld namelijk gebruikt voor “groote werken” (bijvoorbeeld het aanleggen van spoorwegen). Kortom: we hebben het op een verstandige manier geïnvesteerd. Portugal heeft dat volgens de Minister niet gedaan en staat er daardoor slechter voor.

Het Handelsblad heeft aanvullende kritiek op het verhaal van Sassen. Nederland doet het namelijk qua schuldenlast helemaal niet zo beroerd. Argentinie, Australië, Uruguy, Frankrijk en Portugal hebben allemaal een hogere schuld per inwoner dan Nederland. Bovendien betalen we relatief weinig rente. Toch valt het niet te ontkennen dat de Nederlandse staatsschuld behoorlijk hoog is: 243 gulden per inwoner. Griekenland heeft bijvoorbeeld maar 159 gulden schuld per inwoner en de Verenigde Staten 40 gulden. Het is daarom goed dat Nederland zich nu aan het inspannen is om haar schuld af te lossen, vindt de krant.

In een ander bericht wordt duidelijk dat we wellicht meer lenen dan strikt noodzakelijk is: de staat loopt namelijk volgens de Minister van Financiën heel wat inkomsten mis doordat er gefraudeerd wordt bij de belastingaangiftes:

Er wordt schromelijk bij de aangifte voor de vermogensbelasting gefraudeerd. Zóó zelfs, dat de Minister verklaarde dat de opbrengst der vermogensbelasting geen maatstaf is van den rijkdom der natie. Immers “de treurige ondervinding had hem geleerd, dat er veel, zeer veel door te lage aangifte wordt ontdoken”.

De krant vindt al dit gefraudeer een grote schande en doet een moreel appèl op de Nederlandse bevolking:

Want zulk een onware aangifte is niet anders dan oneerlijkheid. Of men den Staat of een anderen schuldeischer te kort doet staat volkomen gelijk. Het is inderdaad treurig dat zoovele burgers dit nog niet inzien. Door minder belasting te betalen dan men verplicht is en weet verplicht te zijn, benadeelt men niet alleen den Staat, maar ook zijn medeburgers. Men dwingt zoodoende de Regeering de noodige middelen langs anderen weg zich te verschaffen. Dat wil zeggen: andere belastingen moeten dan geheven worden of kunnen niet worden verlaagd. Wie dus zijn vermogen te laag opgeeft besteelt zijn medeburgers.
Wanneer zal dit algemeen worden ingezien – en daarnaar ook gehandeld?

Bron

  • Print
  • Facebook
  • Twitter
  • Google Bookmarks
  • PDF