In de krant van gisteren stond een bericht over een heer die een “aapje” (huurkoetsje) nam. De koetsier bracht de man echter niet naar zijn bestemming. In plaats daarvan reed hij naar een huis op de Spaarndammerdijk waar zijn passagier door een aantal handlangers overvallen werd. De koetsier kon gelukkig snel opgespoord worden door de politie en zit nu vast. Uit de krant van vandaag blijkt dat sommige koetsiers niet blij zijn dat het rijtuig van dit sujet “aapje” genoemd is:
In ons bericht betreffende de aanranding van een heer, die op den Dam in een rijtuig was gestapt, noemden we dit een “aapje”. Van de koetsiers der op den Dam gestationneerde rijtuigen ontvangen wij nu een schrijven, waarin zij tegen die benaming opkomen.
Hunne, van een nummer voorziene, rijtuigen zijn de “aapjes”, maar de koetsier, die de aanranding pleegde, was een zoogenaamde snorder, de beheerder van een ongenommerd rijtuig, zooals men des nachts na één uur bij het monument vindt staan. De vaste standplaatsen der “aapjes” zijn voor dergelijke rijtuigverhuurders verboden terrein.
Ik dacht altijd dat de conflicten tussen reguliere taxi’s en snorders iets van de laatste decennia was, maar blijkbaar leeft dit al probleem al veel langer.
Daarnaast bericht de krant dat de Tweede Kamer gestemd heeft over de zogenaamde grensregeling. Volgens deze regeling mag het noordelijke gedeelte van de gemeente Nieuwer-Amstel (het gebied dat min of meer overeenkomt met het huidige Amsterdam-Zuid) geannexeerd worden door de stad Amsterdam. Deze door de staat goedgekeurde vorm van landjepik moet ervoor zorgen dat alle wijken die de laatste jaren aan de rand van de stad gebouwd zijn tot de gemeente Amsterdam gaan behoren. Op deze manier blijft Amsterdam bestuurbaar en kan zij zich optimaal ontwikkelen. Nieuwer-Amstel (in 1964 omgedoopt tot Amstelveen) is begrijpelijkerwijs niet enthousiast over dit plan: als de grensregeling ingevoerd wordt, verliest zij een groot aantal van haar rijke inwoners. Bovendien staat haar gemeentehuis in het gebied dat naar Amsterdam toe zou gaan.
Een aantal kamerleden steunt Nieuwer-Amstel in haar strijd tegen de grensregeling. Zo betoogt Abraham Kuyper dat de autonomie van gemeenten aangetast wordt als je land van ze af gaat pakken. Het Amsterdamse kamerlid Rutgers van Rozenberg is daarentegen een groot voorstander. Hij legt uit dat steden vroeger eilanden waren in het platteland. Die tijd is echter voorbij. De eilanden zijn inmiddels “veranderd in complexen, koloniën van huizen, die in één hand moeten beheerd worden, wat ook het goedkoopste is”. Verder zijn de 24.000 mensen die in het gebied leven eigenlijk geen inwoners van Nieuwer-Amstel maar “uitlanders”. Volgens de krant moeten de kamerleden lachen om deze geestige toespeling op de situatie in Zuid-Afrika (de Engelse kolonisten in Transvaal werden “uitlanders” genoemd). Bij de stemming blijkt dat de voorstanders in de meerderheid zijn: 66 kamerleden stemden voor terwijl er 23 tegen stemden. Het Handelsblad geeft het volgende eindoordeel over het debat:
Het debat was inderdaad van beteekenis door de figuren die er aan deelnamen. De Minister was als altijd tot in de kleinste bijzonderheden op de hoogte van het behandelde onderwerp; de heer Kuyper is steeds een aangenaam tegenstander in het debat en de heer Pijnappel mengt zich altijd met vreugde in een strijd als waartoe de Sliedrechtsche afgevaardigde [Kuyper] het sein had gegeven.