Terug naar… 19 maart 1896

Uitgevers opgelet: “eene dame” is op zoek naar iemand die haar gedichten en verhalen wil uitbrengen. Ze hoeft er niet eens een vergoeding voor te ontvangen. Om aandacht te vragen voor haar werk heeft ze in het Nieuwsblad voor den Boekhandel het volgende gedichtje geplaatst (integraal overgenomen door het Handelsblad):

Ik wensch, bij mijn leven,

een boek poëzy

en proza te geven.

Wie wil het van mij?

‘t Is ‘t zelfde, welk ventje

mijn werkje geeft uit.

Ik verg voor ‘t presentje

Geen koperen duit.

Degeen, die vereeren,

me wil dan zoo’n boek,

dien kies ik der heeren,

die vliên uit den hoek.

Als deze onbeholpen rijmelarij representatief is voor de rest van haar oeuvre, dan vrees ik dat geen enkel “ventje” zit te wachten op haar “presentje”. Misschien maar goed ook, want in de negentiende eeuw kon een talentloze dichter het zwaar te verduren krijgen. Een berucht voorbeeld hiervan is William McGonagall (1825-1902). De verzen van deze Schot stonden zo slecht bekend dat hij tijdens voordrachten met eieren bekogeld werd door het publiek (desondanks bleef hij geloven dat hij een groot dichter was). Dat lot zal deze dame waarschijnlijk bespaard blijven.

  • Print
  • Facebook
  • Twitter
  • Google Bookmarks
  • PDF