In de krant een berichtje over een afgebroken zelfmoordpoging. De toon is opvallend lichtvoetig en de schrijver lijkt zelfs de spot te drijven met de arme jongen. Zoiets zou tegenwoordig – gelukkig – niet in goede aarde vallen bij weldenkende lezers.
Op de Smakkelaarsbrug te Utrecht was gisteravond een drukte van belang, daar een jongen, die onaangenaamheden had gehad met zijn vader, aanstalten maakte zich te gaan verdrinken. Blijkbaar bezorgd voor zijn mooie jas, hing hij die over de brug. Bij eenig nadenken bedacht hij zich, dat het water nat was, en besloot zijn jasje maar weer aan te trekken, doch dit kleedingstuk was intusschen in handen overgegaan van iemand, die van oordeel scheen te zijn dat de levensmoede geen erfgenamen had en zichzelf dus maar tot nieuwen eigenaar verkoos. De jongen bleef dus gespaard voor een nat pak, hoewel hem deze ontdekking ook wel eenigszins als een koud stortbad op het lijf viel.