Sinds 1850 mogen Nederlanders rechtstreeks hun volksvertegenwoordigers kiezen. Deze eer viel niet iedereen ten deel: alleen mannen van boven de 23 die een minimum bedrag aan belastingen betalen (een bedrag dat uiteenloopt van 20 tot 160 gulden – afhankelijk van de gemeente waarin hij woont) konden stemmen. In de praktijk betekende dit dat iets meer dan 10% van de mannelijke volwassenen naar de stembus mocht. Hierin kwam verandering toen in 1887 in de grondwet een artikel werd opgenomen waarin stond dat het kiesrecht gegeven moest worden aan elke mannelijke volwassene die beschikte over “kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand”. Maar hoe definieer je deze “kenteekenen” in een kieswet? Begin jaren negentig stelde de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Mr. J.P.R. Tak van Poortvliet, het volgende voor: elke man die kon lezen en schrijven (met uitzondering van mensen zonder vaste woning) mocht voortaan stemmen. Het zou betekenen dat vrijwel elke volwassen man kiesrecht kreeg. De Tweede Kamer vond deze verruiming echter te extreem en ging niet akkoord met het plan. (Voorstanders van het plan van de minister werden Takkianen genoemd en tegenstanders anti-Takkianen.)
In 1896 – inmiddels is er een ander kabinet – komt de minister van Binnenlandse Zaken, Sam van Houten, met een nieuw voorstel. Deze kieswet van Van Houten is strenger dan die van Tak. De krant van vandaag bevat gedetailleerde informatie over de eisen die gesteld worden (tot stand gekomen na flink wat politiek gesteggel). Kiezers moeten o.a. man zijn (duh!) en minimaal 1 gulden belasting betalen. Mannen die geen belasting betalen, kunnen alleen stemmen als ze een bepaald loon verdienen, een huis bezitten, een huis huren voor een bepaald bedrag, minimaal 100 gulden spraargeld op hun rekening hebben staan of specifieke diploma’s behaald hebben. Daarnaast wordt de kiesrechtleeftijd verhoogd naar 25 jaar. De minister van Binnenlandse Zaken constateert tevreden:
Aan het ontwerp kan geen andere eisch gesteld worden dan dat het zoo volledig mogelijk alle aannemelijke kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijken welstand bevatte en dat de bewijslevering omtrent het bezit dier kenteekenen practisch en deugdelijk geregeld zij. Aan dien eisch voldoet het ontwerp.
Nu maar eens zien of de wet goedgekeurd gaat worden!
Ander nieuws: belhamels in Amersfoort hebben een tragisch ongeluk veroorzaakt…
De straatjeugd te Amersfoort heeft een ergerlijk staaltje van baldadigheid uitgehaald, dat treurige gevolgen had.
Een artillerist, die met twee paarden uit het park aan den Leusderweg naar de stallen wilde terugkeeren, werd met straatsteenen geworpen, ten gevolge waarvan de paarden schrikten en de bereider ze niet meer in toom konde houden.
Voor de infanteriekazerne struikelde een der dieren, waardoor het een been brak, terwijl de ruiter er onder geraakte en eveneens met een gebroken been werd opgenomen.
Het paard werd onmiddellijk afgemaakt; de artillerist is per brancard overgebracht naar het militair hospitaal.