Een telegram uit Moskou. Er is daar een ramp gebeurd. Als onderdeel van de kroningsfeesten zouden er er op het Chodynskojeveld in Moskou “feestgaven” uitgedeeld worden. De menigte begaf zich op een gegeven moment naar de tenten met de geschenken. Bij die tenten bevond zich een sloot:
De opdringende menigte stootte de voorste rijen in deze sloot, die in den loop van ruim vijftien minuten door honderden menschen werd gevuld. De van achteren met onweerstaanbaar geweld voortgeschoven massa’s gingen over de nedergestorte lichamen, niet bemerkend of zij grond of menschen onder de voeten hadden. Voortgedrongen tot de gereedliggende stapels met feestgaven, begon de menigte deze onder de steeds opdringende massa’s te werpen; daardoor ontstond een ontzettend gewoel, dat opnieuw tallooze slachtoffers, maar meer verminkten dan dooden vorderde; de meesten vonden den dood door verstikking.
Op een nabijgelegen kerkhof liggen inmiddels de lijken van 1281 slachtoffers. “Het gezicht en de ledematen van vele dooden zijn zoo verminkt, dat zij slechts aan de kleederen te herkennen zijn, voor zoover ook deze niet aan flarden zijn gescheurd.”