Gisteren vond in de hoofdstad de tweede jaarlijkse algemene vergadering van de Nederlandsche Vegetariërsbond plaats (aantal leden: 108). Een van de sprekers…
achtte het een gunstig teeken, dat men meer en meer begint in te zien, dat het vegetarianisme niet alleen eene maagquastie is, maar een der uitingen van een nieuw leven, dat zich overal openbaart; ‘t is een machtig wapen in den strijd tegen “drankgebruik” en “drankmisbruik” en ons humaniteitsgevoel wordt er door aangekweekt. Er gaat van vegetarianisme eene groote, opvoedende kracht uit. Het wachtwoord der medici was vroeger vleesch, vleesch en nog eens vleesch; tegenwoordig erkennen zeer velen, dat er te veel vleesch gegeten wordt en zij meenen waar vleesch vervangen wordt door voedsel van dierlijken oorsprong (melk, eieren, zuivelproducten) daartegen geen wetenschappelijk bezwaar bestaat. Toch zijn vele wetenschappelijke mannen nog zeer inconsequent. Een Amsterdamsch geneesheer o. a. schreef 5 Febr. 1895: “het vleesch is een bijna geheel onmisbaar voedingsartikel, daar het bijna geheel en zeer gemakkelijk verteert.” Den 17den Maart beweerde hij, dat men het vleesch best kan missen en dat de meening dat het vleesch zoo bijzonder krachtig en versterkend is, onjuist was.
Een medicus in Den Haag, die zich nog wel een “hoogachtend tegenstander” noemde, vond het grootste bezwaar dat men zulke enorme hoeveelheden kool en aardappelen moest eten, alsof dat het eenige voedsel van den vegetariër is.
Er werd ook een vegetarische maaltijd genuttigd. Het menu:
Potage aux pois [erwtensoep]
Croquettes
Andijvie met Aardappelen
Bloemkool met Aardappelen
Chocoladepudding
Rijstpudding met bessennat
Dessert.
Toch zijn die vegetariërs wel een beetje vreemd:
Eigenaardig dat geen enkel glas op tafel prijkte. Men dineerde maar dronk niet; wie wilde kon een glas water nemen. Deze maaltijd kostte slechts ƒ 1 per couvert.