Aan het begin van dit jaar besloot de burgemeester van Rotterdam dat het verkeer op de Willemsbrug rechts moet houden (in 1896 is dit geen algemene verkeersregel). Deze maatregel moet ervoor zorgen dat de enorme drukte op de brug niet leidt tot chaotische situaties.
Eenige politie-agenten aan weerskanten van de brug geplaatst, zorgden dat aan het bevel van hun chef gevolg werd gegeven. De bevoegdheid daartoe meende de burgemeester te kunnen ontleenen aan de slotbepaling van art. 19 der verordening op de straatpolitie, luidende: “Op een brug of in de toegangen daarvan is ieder verplicht zich te gedragen naar de aanwijzingen in het belang der orde of veiligheid, door den brugwachter of eenigen anderen beambte of ambtenaar van politie gegeven”.
Een rechter heeft echter bepaald dat de burgemeester artikel 19 ten onrechte heeft gebruikt voor deze maatregel. Bij de gemeenteraad wordt daarom nu “het voorstel ingediend om zoowel op de Koninginnebrug als op de Willemsbrug het rechts houden bij politieverordening verplichtend te stellen.” De plaatselijke bewoners zijn niet opgetogen over het feit dat de overheid hun bewegingsvrijheid wil beknotten:
In de zitting waarin dit voorstel zou worden behandeld, kwam een adres in van een aantal inwoners van Feijenoord, waarin zij verzochten om in het belang der veiligheid, hun de vrijheid te laten op de brug te gaan waar zij wenschten en in verband daarmede stelde een der leden voor het bedoelde voorstel aan te houden.
De burgemeester vindt het geen goed idee om het voorstel af te schieten. Want…
Dan blijft het verkeer op de Willemsbrug beheerscht door de bepaling der verordening op de straatpolitie; dan berust dus de beslissing omtrent hetgeen in ieder geval voor de orde of veiligheid ook op deze lange brug gevorderd wordt bij inferieure dienaren der politie en dat kan slechts leiden tot een bron van conflicten tusschen de subalterne agenten en het publiek. Dan is maar beter een vaste, misschien voor enkelen lastige, algemeene regel, die toch te eniger tijd komen moet.