Gerritje Kok uit Hilversum is een stereotiepe Boze Stiefmoeder. Vanmorgen moest ze voor de rechter verschijnen omdat ze haar zes-jarige stiefkind mishandelde:
niet alleen mishandeling (slaan, met de zweep ranselen en schoppen) wordt haar ten laste gelegd, maar ook wordt zij verdacht het kind voldoend dek, voedsel en drinken onthouden te hebben.
Het gedrag van de echtgenoot is niet veel beter (hoewel hij, ongelooflijk genoeg, alleen getuige is en geen verdachte):
Uit zijn verhoor bleek, dat de moeder voor het kind in een begrafenisfonds was gegaan. Zij zou gezegd hebben: “als het kind voor kermis komt te sterven, krijgen we een mooi duitje”, en er zou over een nieuwe japon gesproken zijn. […] Ook had hij gezegd, dat de jongen vier of vijf maal per dag geslagen werd; dat wist hij ook niet meer. Wèl kon hij verklaren, dat het kind minder goede ligging had, omdat het vuil was; minder voedsel kreeg, omdat moeder altijd zeide dat het kind reeds gegeten had. Ook bleek, dat de jongen er slecht uitzag en altijd op den grond moest zitten en dus niet met de anderen aan tafel mocht aanzitten. Getuige gaf zijn kind buiten weten van zijn vrouw soms een stukje brood, en hij wist heel goed, dat het niet voldoende in de lucht kwam. Getuige wilde niet tegen de vrouw optreden, omdat hij eenvoudig niet durfde, maar hij wist zeer goed, dat de handelwijze niet zoo was als het behoorde, en toen de president opmerkte dat het om den dood van het kind te doen was, zeide hij: “’t zou er wel toe gekomen zijn.”
De stiefmoeder…
verklaarde den jongen nimmer mishandeld te hebben; hij heeft wel eens klappen gehad. Niettegenstaande de vrouw de haar ten laste gelegde feiten ontkende, noemde de president beklaagde “een helleveeg”.
Omdat de hoofdgetuigen niet aanwezig konden zijn, is de zaak voor onbepaalde tijd uitgesteld. Dat wil echter niet zeggen dat Gerritje als een vrije vrouw de rechtbank kon verlaten:
Haar man, Theunis Kok, nam thans naast haar plaats voor een andere zaak. Beiden worden nl. beschuldigd in vereeniging heling van gestolen kleederen gepleegd te hebben. De kleederen waren door een der kinderen gestolen en waren pasklaar voor den man gemaakt.
[…] Het O.M. eischte voor beide beklaagden 6 maanden.
Het kind is inmiddels naar een Katholiek verpleeghuis gebracht.